Alexander Maes: « Veel vertrouwen van de ploeg »

Alexander Maes zit in de winning mood. Na het criterium in Douchy-les-Mines, de tweede rit in de Triptyque Ardennais won hij nu ook het Kampioenschap van het Waasland. Toeval is dat niet. De Deerlijknaar is heel wat sterker geworden, hij blaakt van het zelfvertouwen én hij krijgt de volledige steun van zijn ploeg. In de tweede seizoenshelft wil de derdejaarsbelofte van BCV Works-Soenens de lijn doortrekken.

HECHTE BAND

"Sinds de Tour de la Manche (waarin hij tweede werd in de derde rit en vierde in de vijfde rit, red.) krijg ik heel veel vertrouwen van mijn ploegmaten. Als ze zien dat je er als spurter op het einde van een lastige rit nog bij bent, dan beseffen ze ook wel dat je in vorm bent. De hele ploeg hangt trouwens heel goed aan elkaar. We zien elkaar niet alleen tijdens de koers, maar ook buiten het wielrennen trekken we met elkaar op. Dat maakt de sfeer er alleen maar beter op", verklaart Alexander Maes. "Toevallig is ook iedereen op hetzelfde ogenblik in conditie. Sinds de Tour de la Manche zijn de resultaten beginnen te komen."
"In de tweede rit van de Triptyque Ardennais vroegen mijn ploegmaten of ik het zou kunnen afmaken. Ik zei dat het moeilijk zou worden, maar dat het niet onmogelijk was en meteen kreeg ik als antwoord dat ze dan voor mij zouden werken. Ik moest gewoon zeggen in welke bocht ik in welke positie wou zitten en mijn ploegmaten hebben de opdracht zo goed als perfect uitgevoerd."
Ook in het Kampioenschap van het Waasland speelde zijn ploeg een cruciale rol. "De ervaring van de voorbije jaren leerde me dat we van bij start moesten demarreren. In de vorige edities brak het peloton al in de eerste twee, drie ronden. Na twee of drie kilometer ontsnapte ik al meteen. Een grote groep sloot aan en we zijn de hele wedstrijd voorop gebleven", vertelt de snelle man van BCV Works-Soenens het wedstrijdverhaal. "Op twee ronden van het einde reed elf man uit de kopgroep weg. Toen die elf al redelijk ver weg waren, trok ik in de tegenaanval. Het was kantje boordje, maar ik slaagde erin om de kloof dicht te rijden. Christophe Van Cauwenberghe zat ook vooraan. Hij voelde zich goed, maar niet super en besloot daarom mijn kaart te trekken. Toen net voor de laatste kilometer vier renners wegsprongen, vroeg ik hem of hij ze nog kon terughalen. In plaats van te antwoorden zette hij zich op kop en bracht hij ons in het spoor van de kopgroep waaruit Francesco Van Coppernolle zich afgezonderd had. Omdat hij redelijk veel voorsprong had, moest ik al op vijfhonderd meter van de streep beginnen te spurten, maar ik heb het gehaald."

MEER KRACHT

Dat hij zich na twee seizoenen zonder zege opnieuw ontpopt tot winnaar, heeft hij echter niet alleen aan zijn team, maar vooral ook aan zichzelf te danken. De derdejaarsbelofte heeft meer inhoud gekregen. "De voorbije jaren heb ik van de ploeg een beetje zelf mijn programma mogen samenstellen. Mijn eerste twee seizoenen bij de beloften waren redelijk geslaagd, maar uitschieters ontbraken. Nu zit ik al aan mijn derde interclubzege. Ik sta nu scherper en ik heb veel kracht bijgekweekt. Vorig jaar sukkelde ik met mijn linkerknie. Om de problemen te verhelpen, moest ik de spieren van mijn bovenbenen versterken en dat speelt nu in mijn voordeel. Onder leiding van mijn trainer Jurgen Dereere heb ik gewoon ook een heel goede winter doorgemaakt", zegt de Deerlijknaar, die volgende week vrijdag zijn 21ste verjaardag viert. Ook tijdens het seizoen zelf deed hij er alles aan om progressie te boeken. Zo nam hij op eigen vraag deel aan Luik-Bastenaken-Luik voor beloften. "Het is niet evident om als spurter aan zo'n zware klassieker deel te nemen, maar ik wou zien hoe ver ik kon geraken. Ik ben een kwartier na de winnaar aangekomen, maar ik werd niet meer in de uitslag opgenomen", vertelt Maes.

RITTENKOERSEN

Welke weg hij in de toekomst zal inslaan, is nog niet duidelijk. "Ik zal keuzes moeten maken, maar momenteel heb ik nog niet uitgemaakt in welk soort wedstrijden ik me wil specialiseren. Het kan nog alle kanten uit. Dankzij een VDAB-statuut kan ik nu voor het tweede jaar op rij alles op het wielrennen zetten. Hopelijk heb ik die VDAB-steun volgend jaar niet meer nodig, maar tegenwoordig is er heel veel nodig om prof te worden. Er vallen meer profrenners af dan dat er bijkomen. Veel zal afhangen van de tweede seizoenshelft", beseft de West-Vlaming.
Zaterdag gaat hij in de interclubwedstrijd met start in Menen en aankomst in Moorsele nog een laatste keer voluit voor hij een korte pauze neemt. Twee weken later snijdt hij het tweede luik van het seizoen aan. De Omloop Het Nieuwsblad, de Ronde van Vlaams-Brabant, de Ronde van Namen, het Belgisch kampioenschap en Parijs-Tours heeft hij in elk geval met rood aangeduid. "Ik heb gevraagd om veel rittenkoersen te mogen rijden en de ploeg heeft geluisterd. Hoe langer een rittenwedstrijd duurt, hoe beter ik in mijn ritme kom. Het zou mooi zijn, mocht ik in Vlaams-Brabant of in Namen nog een ritje kunnen winnen. Ik droom ook van een podiumplaats op het BK in Tervuren, maar een kampioenschap is altijd een beetje een loterij", blijft Maes nuchter.

Foto: www.directvelo.be
 

Mots-clés

En savoir plus

Portrait de Alexander MAES